Het kabinet wil investeren in de eerste 1000 dagen van het kind. Hiervoor werd gisteren (woensdag 12 september) het actieprogramma Kansrijke Start gepresenteerd. Tegelijk met dit programma kondigde Minister De Jonge van VWS een wetswijziging aan, waardoor de jeugdgezondheidszorg al vóór de geboorte van het kind ondersteuning en begeleiding aan kwetsbare ouders kan bieden.
Teveel kinderen hebben geen goede start
Helaas heeft ongeveer 14% van de kinderen in Nederland een ‘valse’ start door vroeggeboorte, een te laag geboortegewicht of een combinatie van beide. Minister Hugo de Jonge (VWS), gemeenten, partijen uit de geboortezorg en de jeugdgezondheidszorg (JGZ) slaan daarom in het actieprogramma Kansrijke Start de handen ineen om de kinderen van vandaag en de volwassenen van morgen een betere kans te bieden.
Lokale coalities bouwen
Het doel is meer kinderen in Nederland een kansrijke start te bieden. De ontwikkeling die we in de eerste 1000 dagen als kind meemaken is cruciaal voor zowel een gezonde groei als de ontplooiing en kansen op latere leeftijd.
De bedoeling is dat overal in het land lokale coalities rondom de eerste 1000 dagen worden opgericht. Deze coalities bestaan bij voorkeur uit gemeenten, zorgverzekeraars, JGZ, wijkteams, huisartsen, verloskundigen, medewerkers uit de kraamzorg en gynaecologen. Zij maken met elkaar afspraken over het inzetten van effectieve maatregelen rondom de zwangerschap en het signaleren, ondersteunen en begeleiden van kwetsbare ouders. In onder andere Tilburg, Den Haag, Heerlen, Hoogeveen en Rotterdam zijn de eerste coalities al gevormd.
Enkele passage uit het Actieprogramma:
‘We willen dat er op lokaal of regionaal niveau een herinrichting komt van de keten rond de eerste 1000 dagen van kinderen. Zo kunnen we kwetsbare gezinnen makkelijker bereiken en beter begeleiden. Een herinrichting betekent dat we de jeugdgezondheidszorg eerder inzetten, namelijk al tijdens de zwangerschap, en zo de verbinding tussen het medische, sociale en publieke gezondheidsdomein versterken.’
Kennis
Professionals hebben behoefte aan meer informatie over de eerste 1000 dagen. Ze hebben onafhankelijke, wetenschappelijk onderbouwde kennis nodig, die vervolgens vertaald is naar de werkvloer zodat ze er daadwerkelijk mee aan de slag kunnen. We gaan daarom samen met de kennisinstituten een ondersteunend kennisprogramma voor professionals ontwikkelen, waarin we reeds aanwezige kennis verzamelen, zo nodig aanvullen en voor het werkveld toegankelijk maken. Verder ontwikkelen we kennis in ZonMw- en TNO-programma’s om de doelen van Kansrijke Start te realiseren.’
Investeren in vakmanschap
‘We gaan met beroepsorganisaties en opleidingsinstituten in gesprek, om ervoor te zorgen dat verloskundigen, kraamzorg, jeugdverpleegkundigen, huisartsen en professionals in wijkteams al tijdens hun opleiding (inclusief bij- en nascholing) zich bewuster worden van medische en sociale risicofactoren. Daarbij gaat het niet alleen om kennis opdoen, maar ook om vaardigheden aanleren.
Denk aan:
– goed en tijdig kunnen signaleren;
– lichte verstandelijke beperkingen herkennen;
– armoede en/of schulden constateren;
– gedragsverandering bij (aanstaande) ouders begeleiden door motiverende gespreksvoering;
– gesprekken aangaan vanuit positieve gezondheid.’