Tessa Roseboom, hoogleraar vroege ontwikkeling en gezondheid bij Amsterdam UMC, schreef een boek over het belang van ‘de eerste 1000 dagen’, voor onze gezondheid. Daarin legt ze uit hoe cruciaal die periode vanaf de bevruchting tot de tweede verjaardag is. Het eerste exemplaar overhandigde ze in april 2018 aan Hugo de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. En toen ging het balletje rollen.
Samen met de minister schoof Roseboom aan tafel bij tv-programma Jinek. Daar vertelden ze over hun voornemen om de handen ineen te slaan. Hoe wetenschap en politiek samen willen optrekken om de gezondheid van kinderen te verbeteren, zowel voor, tijdens als na de geboorte.
Het prille begin
In het tv-programma benadrukte Roseboom nog eens hoe een slechte start een stempel kan drukken op de rest van het leven van een kind. “Die slechte start kan van alles zijn. Stress, ondervoeding, of juist overvoeding. Maar ook blootstelling aan fijnstof, rook, geweld.” Of waar je wieg staat. Zo schrijft Roseboom in haar boek dat een meisje uit Japan naar verwachting ruim tachtig jaar wordt, en een meisje uit Angola gemiddeld niet ouder dan vierenveertig. Hiermee wil ze zeggen dat ook de omstandigheden waarin kinderen opgroeien ertoe doen.
De conclusie ligt voor de hand: als dat prille begin zó belangrijk is, dan moet daar veel meer aandacht naar uitgaan. Ook vanuit de overheid.
Kansrijke Start
Het signaal werd opgepikt. “Want we hebben maar één kans op een goede start in het leven”, zei minister De Jonge. Bij Jinek gaf hij uitleg over het landelijke programma Kansrijke Start, dat gericht is op het verbeteren van de samenwerking tussen wijkteams, kraamzorg, verloskundige zorg en jeugdgezondheidszorg. Ook het verbeteren van de voorlichting over anticonceptie en een gezonde zwangerschap bij (aanstaande) ouders is een belangrijk aandachtspunt.
Gemeenten sluiten aan
Mooie plannen, maar hoe staat het er nu mee? Goed, laat Roseboom enthousiast weten. “Inmiddels zijn meer dan honderd gemeenten aangesloten bij Kansrijke Start. Op regionaal niveau komen allerlei organisaties in actie om beter te gaan samenwerken. Ikzelf ben lid van de landelijke coalitie en schuif aan bij gemeenten om mee te denken over hoe zij kunnen zorgen voor de beste start voor elk kind in hun gemeente. Laatst was er in Pakhuis de Zwijger een inspirerende avond over het programma Kansrijke Start. Daar heb ik aan meer dan honderd professionals verteld over het belang van een goed begin.”
Het boek staat volop in de belangstelling. Roseboom overhandigde een exemplaar aan Simone Kukenheim, wethouder in Amsterdam, staatssecretaris Blokhuis én prinses Laurentien die zich bezighoudt met taalontwikkeling. “Ook taalontwikkeling is essentieel in die eerste duizend dagen. Kinderen die in hun vroegste leven weinig woorden horen, hebben een kleinere woordenschat. Zij starten op de basisschool met een achterstand.”
Het is mooi om te zien hoe breed het programma wordt opgepakt, zegt Roseboom. “Zelfs internationaal. Inmiddels ben ik betrokken bij het ontwikkelen van eenzelfde soort programma voor andere landen, onder andere in Cuba. Kortom: genoeg te doen.”
Bron: Amsterdam UMC