Gezinnen met een pasgeboren baby hadden ooit recht op 80 uur kraamzorg in een week. Nu kunnen kraamverzorgenden niet meer dan 24 uur in een week aan een gezin besteden vanwege de aanhoudende personeelstekorten. Kraamzorgorganisaties voelen zich genoodzaakt andere diensten te bieden om toch een oogje in het zeil te houden bij onder meer kwetsbare gezinnen. Want kraamverzorgenden zijn de enigen die vlak na de bevalling zien wat er écht achter de voordeur gebeurt. Daarom werken organisaties tegenwoordig ook met beeldbellen en andere digitale diensten, maar alleen als aanvulling op fysieke kraamzorg. Dit meldt NRC.
Personeelstekorten in de kraamzorg zijn niet nieuw. Kraambureaus trokken ook in 2008 en 2017 aan de bel vanwege grote personeelstekorten. Maar volgens Bo Geboortezorg zijn de tekorten nooit zo groot geweest als nu. De werkdruk is hoog, kraamverzorgenden krijgen een relatief laag salaris en de marges in de sector zijn klein. Kraamverzorgenden zoeken een baan in een andere sector van de zorg, waardoor de werkdruk en het ziekteverzuim nog meer toeneemt. Vooral in Limburg, Twente, Brabant en de Randstad is er dit jaar een groot gebrek aan kraamprofessionals.
‘Alleen beeldbellen is niet genoeg’
Inmiddels zijn de tarieven voor kraamzorg tijdelijk met 10 procent verhoogd, waarvoor 3 procent voor het salaris en wordt digitale kraamzorg verruimd. Eerder moesten kraamzorgorganisaties met één declarabel digitaal uur werken en dat zijn er nu zeven bij het eerste kind. Sinds begin augustus begeleiden twaalf kraamverzorgenden van Lunavi Kraamzorg in West-Brabant nieuwe ouders via beeldbellen, waarbij ze onder meer uitleg geven over borstvoeding, de kruik en het wassen van de baby. Ook zitten ze tijdens zo’n digitaal gesprek klaar om alle vragen van de kersverse ouders te beantwoorden. Wel is beeldbellen bij Lunavi enkel een aanvulling op fysieke kraamzorg. “Met beeldbellen alleen ben je er echt niet.” Voordeel is wel dat medewerkers die thuiszitten vanwege long covid of vanwege herstel na een ingreep ook kunnen werken. Wat de werkdruk enigszins verlicht.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky