De samenwerking tussen jeugdgezondheidszorg en kraamzorg moet volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) verbeteren. In Gooi en Vechtstreek sloten GGD en kraamzorgorganisaties daarom een samenwerkingsconvenant. Wat leverde dit op? Margreet Leopold, teammanager van Kraamzorg de Waarden, vertelt erover.
Op de foto van links naar rechts: Carla Rubio (Babycare Kraamzorg), Margreet Leopold (Kraamzorg de Waarden) en Marlien Dijkema (GGD) bij het ondertekenen van het convenant.
Voor verantwoorde geboortezorg is verbetering nodig in de samenwerking tussen kraamzorg en JGZ. Dit staat in het rapport dat de IGZ in juni 2014 publiceerde. De inspectie constateert dat kraamzorg- en JGZ-organisaties vaak geen samenwerkingsafspraken hebben. Ook zijn er geen structurele overleggen die de samenwerking ondersteunen.
Afspraken zwart op wit
“Het IGZ-rapport vormde voor ons Kraamzorg Samenwerkingsverband (KSV) aanleiding om een samenwerkingsconvenant met de GGD te sluiten”, vertelt Margreet Leopold van Kraamzorg de Waarden. “Het meeste dat door de IGZ werd aanbevolen, deden we al wel. Alleen stond het niet zwart op wit. Het was dus hoog tijd om onze afspraken over samenwerking, overdracht en continuïteit van zorg op papier te zetten. We maakten daarnaast ook samenwerkingsafspraken met alle verloskundigen in ons werkgebied. Zo zijn er nu afspraken rondom de overdracht gemaakt met alle betrokken ketenpartners. Met als doel: het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit en continuïteit van onze zorgverlening.”
Puntjes op de i
Het convenant is inmiddels drie maanden geleden gesloten, wat leverde het op? Leopold: “Het is nu duidelijk wat we van elkaar mogen verwachten. Als er bijvoorbeeld een probleemgezin is, waarvan de moeder opnieuw zwanger is, vernemen we dit nu eerder van de JGZ. Andersom leggen wij ook eerder contact, wanneer we ons bij vertrek zorgen maken over een moeder. Er vinden meer warme overdrachten plaats. We zijn er meer van doordrongen dat we het samen doen. Vroeger wisten we dit ook best, en we deden het ook al wel, maar niet altijd. Kraamzorg de Waarden had bijvoorbeeld al wel een intentieverklaring over de samenwerking met de JGZ. Maar intenties zijn gewoon goede voornemens. Nu hebben we afspraken, waarop we elkaar dus ook kunnen aanspreken. Dat maakt een groot verschil.”
“De mogelijke risico’s die wij signaleren in een gezin worden besproken met de verloskundige. Ook komt de overdracht naar de JGZ standaard aan bod. Zo nodig vindt een warme overdracht plaats. Het kan dus niet meer gebeuren dat de een denkt dat de ander het wel doet of andersom. Ook staan in het convenant alle aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld vermeld.”
Overleg
“Wij namen altijd al deel aan de overleggen van het Centrum voor Jeugd en gezin. De JGZ schuift nu ook minstens eens per half jaar aan bij ons Kraamzorg Samenwerkingsverband. Dit hebben we in het convenant vastgelegd. Ook houden we voortaan eens per jaar een gezamenlijk overleg op bestuurlijk niveau. Tijdens deze overleggen bekijken we hoe de samenwerking loopt en of onze afspraken aanscherping nodig hebben.”
“De kraamzorg hoeft het niet alleen te doen: we doen het met elkaar. Dit is de eerste stap in de richting van integrale geboortezorg.”
Het convenant tussen kraamzorg en jeugdgezondheidszorg geldt voor het Kraamzorg Samenwerkingsverband (KSV) Gooi en Vechtstreek. Daarin zijn deze kraamzorgorganisaties vertegenwoordigd: Allerzorg Kraamzorg, BabyCare, Het Kraam- en Verpleegcentrum, Kraamzorg de Waarden, Omega Kraamzorg en Zin Kraamzorg.