Op 27 februari ging de nieuwe herregistratiecommissie van start. Deze groep gaat aan de slag met dit vraagstuk: Welke eisen stellen we met de sector ná 2019 aan de beroepsgroep van kraamverzorgenden? We praten erover met Marijke van Oudheusden van PKZ Kraamzorg.
Waarom zit jij in deze commissie?
“Vanuit PKZ Kraamzorg hadden wij best wat aandachtpunten over de herregistratie en toetsing. Zo kwam het dat wij ons hebben opgegeven om mee te denken over de herregistratie-eisen voor de toekomst. Ik vind het interessant om hierbij betrokken te zijn. Ik werk al 23 jaar in deze sector en heb een onderwijskundige achtergrond. Binnen PKZ houd ik mij ook bezig met de bijscholing van onze medewerkers.”
Hoe gaat de commissie te werk?
“Ons doel is om tot herregistratie-eisen te komen die gedragen worden door de sector. Het KCKZ maakte in het najaar van 2017 een toer langs veel kraamzorgorganisaties in alle regio’s van ons land. Tijdens deze bijeenkomsten stelden Marie-Pauline van der Ven en Esther van der Zwan een aantal vraagstukken ter discussie. Bijvoorbeeld: moet de registratieperiode drie jaar blijven of worden verlengd tot vijf jaar? Is het wenselijk dat we in de toekomst een onderscheid maken tussen verschillende typen kraamverzorgenden, zodat iemand die geen partussen doet bijvoorbeeld geen scholing ‘acute verloskunde’ hoeft te volgen? Welke inhoudelijke onderwerpen stellen we na 2019 verplicht?”
“Natuurlijk wordt over deze vraagstukken heel verschillend gedacht en overal kleven voor- en nadelen aan. Alle ideeën zijn samengevat in één document. Aan onze commissie nu de taak om voor de komende periode herregistratie-eisen te formuleren, op basis van de uitkomsten van de vragen die via de KSV’s (Kraamzorg-samenwerkingsverbanden) voorgelegd zijn bij de kraamzorgorganisaties. We zijn dus geen commissie die zelfstandig beslissingen neemt: we komen in overleg met onze achterban tot beslissingen.”
Hoe was de eerste bijeenkomst?
“Het was een heel leuke en levendige eerste ontmoeting. Ik kreeg nog meer zin in om mee te doen. De commissie telt veertien leden, vanuit diverse kraamzorgorganisaties -groot en klein- en uit alle regio’s, onder wie kraamverzorgenden die actief zijn bij de NBvK. Ook binnen de commissie zijn de meningen verdeeld, maar de sfeer is heel positief en er wordt constructief gewerkt. Het is interessant om ieders visie te horen.”
Wat vind jij zelf belangrijk?
“Ik vind het belangrijk dat democratisch beslist wordt welke criteria het KCKZ gaat hanteren voor de herregistratie. Daar heb ik persoonlijk wel ideeën over, maar die zijn niet leidend.
Ik vind het juist boeiend om door de dialoog tot voortschrijdend inzicht te komen. Het is vooral belangrijk wat de kraamzorgorganisaties van het land ervan vinden. We willen immers dat de eisen door de praktijk worden gedragen.”
Wat vind jij van de komst van het KCKZ?
“Dit vind ik een goede ontwikkeling omdat het noodzakelijk is de kwaliteit van ons werk te monitoren en ervoor te zorgen dat kraamverzorgenden bijgeschoold blijven. De ontwikkelingen op het gebied van kraamzorg gaan snel, waardoor het beroep verandert. Dit betekent voor kraamverzorgenden dat ze zich moeten blijven ontwikkelen om aan de eisen te kunnen voldoen.”
